Terugblik 2016
Door Jessica Brandwagt
"Opdat het hart weer fel mag gaan branden. Om iets kleins of iets groots. Om wat dan ook." (Jessica)
Vorig jaar rond deze tijd (31.12.2015, 16:30) zat ik in de auto. Drie weken daarvoor was James begraven. Ik hoorde alle knallen om me heen en plotseling was ik in paniek. James! Hij heeft geen idee wat hem overkomt! Wat zal hij bang zijn van al dat lawaai om hem heen! Ik moest er zo snel mogelijk heen om hem uit te leggen, dat hij niet bang hoefde te zijn, dat al het geknal een reden had en dat het snel over zou zijn. De begraafplaats zou over een half uur dichtgaan. Ik scheurde erheen en rende hijgend het terrein op. Naar het grafje van mijn zoon. Blij dat ik nog op tijd was vertelde ik hem wat het geweld om hem heen betekende. Even later vertrok ik met een geruster hart. Pas veel later kwam ik erachter dat de openingstijden slechts een richtlijn is. De begraafplaats is 24 uur toegankelijk.
Daarna dacht ik over mijn gevoel na. Was dit niet een enorm rare actie van mij?! Raar, omdat ik toen het besef al had dat James daar niet was, alleen zijn lichaampje. En ik praatte overal tegen hem. Waarom per se daarheen? Raar, omdat James natuurlijk geen enkel benul had van alle knallen. Voor mij voelde het toch zó natuurlijk om te doen, om naar het grafje van mijn zoon te gaan en hardop iets aan hem uit te leggen. En dat was het. Een hele natuurlijke reactie, voortkomend uit een diep oergevoel van de moeder in mij die haar kind wilde beschermen. En ik voelde me weer geconfronteerd met mijn hele lege armen. Waar moest ik heen met mijn niet in de realiteit uit te dragen moederschap?
Later die avond twijfelde ik hevig of ik wel weg moest gaan. In de regio oud & nieuw vieren waar ik was uitgenodigd. Er viel niets te vieren. Ik had mijn kind een paar weken eerder in de grond gestopt. Toch ben ik gegaan. Ik dacht dat het goed was om bij familie te zijn waar ik niets hoog hoefde te houden en die mijn situatie kenden, hoewel ik de meesten nog niet had gezien na de geboorte van James. Het zou veilig zijn. Ik verwachtte een warm bad, open armen. Omdat ze me ongelooflijk hadden geholpen in praktische zin. Omdat het mensen waren die me na stonden. Het tegenovergestelde gebeurde die avond: behalve een begroeting was er niemand die iets tegen mij zei. Alsof er niets was gebeurd. Alsof er geen aardverschuiving had plaatsgevonden. Ik vond dat een ongelooflijke ontgoocheling. Ik mocht toch verwachten dat na zo’n gebeurtenis mensen naar me toe zouden komen en tenminste iets zouden zeggen!? Of een knuffel geven? Jes, wat afschuwelijk voor je. Zoiets?! Niets van dat alles. Volledig overstuur en in de war ben ik rond 23:00 weggerend.
Door bovenstaande ervaring werd me pijnlijk duidelijk, dat het voor mensen en zelfs naasten blijkbaar heel moeilijk kan zijn om iets van medeleven te tonen, steun of aandacht te geven in een dergelijke situatie. Uit onmacht of wat dan ook is het contact met mij die avond grotendeels niet aangegaan. Ter plekke was ik té verdoofd en verlamd om iets met die situatie te kunnen doen. Even later wist ik dat ik een keuze had: óf verdrietig en boos blijven. Óf bij die mensen aangeven hoe ik hun reactie had ervaren, hoeveel pijn het me deed en hoe ik het graag wél had willen zien. Dit laatste heb ik gedaan. Mogelijk zou het bijdragen aan een andere reactie van mensen. Het enige wat namelijk hoeft te gebeuren, is vragen wat die persoon op dat moment nodig heeft.
Dat waren de laatste uren van een ongelooflijk bewogen 2015. Een jaar waarin alle emoties tot in het uiterste zijn opgerekt vanwege veel ingrijpende gebeurtenissen die in dat jaar allemaal tegelijk kwamen: verbaal partnergeweld, veel stress, de zwangerschap, een verhuizing, mijn vader die bijna dood ging, de bevalling, geboorte en alsnog de dood. Van James.
Het jaar 2016 stond voor mij in het teken van het beginnen met verweven van de geboorte en de dood van James in mijn leven. Hoe ik dit heb gedaan is iets waar ik in een andere blog nader op in zal gaan. Er is hoe dan ook een Vroeger (voor James) en een Nu. En alles staat hierdoor in een ander perspectief. Ik kan onmogelijk hier alles opschrijven waar ik op terug wil kijken. Zoveel dingen schieten door mijn hoofd en ze zijn allemaal even belangrijk, heftig of mooi op het fysieke of mentale vlak.
Ik herinner me de verdoving, de rauwe pijn, de golven van intens verdriet waar bij lange na nog geen rustig vaarwater tussen zat. Niet die eerste periode. Verdriet dat klauwt in je buik. Verdriet waardoor je niet overeind kan blijven staan. En toch, tijdens iedere golf was daar ook het besef en de kracht dat ik hier doorheen moest. Iedere golf opnieuw. Ik wist dat dat de enige manier was om er op een gezonde manier mee om te gaan.
Er waren een aantal dingen die ik weer voor het eerst in het Nu deed. Bijvoorbeeld de eerste keer naar de supermarkt. Op een rustig tijdstip. Het was teveel. Alles daar was teveel. De achtergrondmuziek, de mensen samen in een ruimte, al die producten, de kleuren en geuren. Het duizelde me en alles kwam tig keer zo hard binnen als normaal. Ik stond snel weer buiten. Veel te snel.
Ook de eerste keer dat ik weer naar de bioscoop ging was een drama, mede door de film die ik had uitgekozen. Weliswaar prachtig, alleen voor mij toen nog, zo bleek, veel te zwaar en heftig. Het ging over een moeder die met haar zoon al een aantal jaar opgesloten zat in een tuinhuisje. Ik zag een moeder die met haar kind was (even los van de dramatische omstandigheden) en ik werd wederom geconfronteerd met het feit, dat ik nooit fysiek met James samen kan zijn. Gewoon nooit. Dat besef hakte er weer volop in. Na de film moest ik nog over straat naar het station lopen. Ik was volledig in tranen. Ik ben de conducteur van die trein eeuwig dankbaar die me in de trein opving. Door naast me te komen zitten, ietwat onhandig, bood hij me een luisterend oor.
De eerste keer dat ik weer ging dansen tel ik niet mee, aangezien ik halverwege ben omgedraaid. Ik ben heel blij, dat ik de tweede keer wel ben gegaan. Het was het begin van veel fijne dansmomenten. Door het dansen voelde ik me afgeleid door het tumult in mijn hoofd en de achtbaan aan emoties waar ik nog maar al te vaak door werd meegesleurd. Het was heerlijk om door het dansen volledig in mijn lichaam te kunnen zakken en na zo'n lange tijd weer te zweven op de dansvloer. Om me weer te kunnen overgeven aan de combinatie van muziek en beweging, samen met iemand anders. Dansen heeft wezenlijk bijgedragen aan hoe ik mij weer in die buitenwereld kon neerzetten. Ik ben al mijn fijne danspartners dan ook zeer dankbaar. Zonder dat ze het wisten hebben ze mij enorm geholpen ❤.
Daarnaast was (en is) er het moedergevoel dat ik niet uit kon dragen. Die lege armen. Niemand zag aan mij dat ik moeder was geworden. De buik was weg, de fysieke baby was weg. Ik wilde het wel van de daken schreeuwen. Ik was in staat om wildvreemde mensen op straat aan te spreken en te vertellen, dat ik moeder was. Dat ik een prachtig kind had. Net zoals die vrouw daar met een kinderwagen.
Het kolven en doneren van mijn moedermelk was heel belangrijk voor mij om nog iets van tastbaar moederschap uit te kunnen dragen. Die eerste moedermelk, geel als custard en moddervet. Een paar maanden later heb ik het geproefd. Ik moest toch weten wat James in zijn maag zou hebben gekregen. Het was zo zoet! Het contact dat ik door het kolven met de moeders in het moedermelknetwerk heb gekregen was heel fijn. Ondanks dat het met name een virtueel contact was, heeft het me veel warmte en erkenning gebracht. Kolven heeft zoveel betekent voor mij in de rouwarbeid.
Ik herinner me ook de cocon waar ik die eerste tijd met James in zat en waar niemand bij mocht komen. Ik heb het ervaren als een soort roes. Volledig in eigenheid met mijn kind en zó dicht bij mezelf. Ik wilde ook weinig mensen zien, omdat ik bang was dat die cocon dan weg was. Met iemand anders erbij zou ik andere indrukken krijgen en daarom minder aandacht aan ons kunnen besteden. Sowieso waren woorden, hoe goedbedoeld ook, en andere mensen vaak teveel. Het kostte me erg veel energie. Ik was zo ongelooflijk kwetsbaar, ik stond zo open dat ik bang was om mezelf geweld aan te doen als ik nog meer prikkels van buiten zou krijgen. Die buitenwereld. Hoe vreemd kwam die op mij over die eerste tijd. Het leek soms wel alsof ik opnieuw moest leren lopen.
Het afgelopen jaar heeft de plek van James zijn grafje veel voor me betekent. Niet om dichter bij hem te kunnen zijn, want hij is overal waar ik ga. Vooral omdat het een prachtige plek is waar ik zoveel rust kan ervaren, in de natuur. Het is voor mij een eerste toevluchtsoord. Natuurlijk speelt mee, dat zijn fysieke lichaampje daar ligt. Dat lijfje, dat ik al na drie maanden in me heb voelen bewegen. Ik kan het gevoel niet in woorden vatten, toen ik een keer bij zijn grafje zat en plotseling het beeld van de eerste echo door mijn hoofd schoot. Op die echo waren zo duidelijk de botjes van zijn ruggegraatje zichtbaar, terwijl er verder nog nauwelijks iets te zien was. Die botjes, die lagen nu daar. Dát besef plotseling. Ik ging onderuit.
Ik herinner me de ongelooflijke zinloosheid van zoveel dingen. Al dat schilderwerk in huis? Kon me niets schelen. Wat maakt het in vredesnaam uit of een kozijn nu wel of niet geschilderd was. Het deed zijn functie zo ook prima. Make up?! Werkelijk waar. Wat is het nut van mascara? Maar echt? Niet alleen heel onverstandig omdat het binnen de kortste keren over mijn wangen zou lopen door tranen. Ook de functie ervan. Wimpers langer en wat donkerder? Waarom? Weg ermee! Nutteloze troep.
Mensen die zoveel lawaai kunnen maken, zich druk maken om nietszeggende dingen. Met name viel het me weer op, dat mensen over het algemeen zo slecht kunnen luisteren. Dit was in mijn situatie extra pijnlijk, omdat ik alleen maar een luisterend oor nodig had. Ik wilde mijn verhaal vertellen, wel meerdere keren, vaak! Mensen gingen het voor me invullen, of mijn verhaal in hun eigen woorden herhalen, waardoor ik meer bezig was met uitleggen dat ik dát niet bedoeld had! Vreselijk vermoeiend en energievretend. Of ze begonnen over iemand anders die 'ook zoiets had meegemaakt'. Over het algemeen vind ik het heel verdrietig, dat veel mensen uit onmacht niet weten hoe ze er voor iemand kunnen zijn. Dat ze de vraag 'wat heb je nodig' en de betekenis daarachter niet kennen. Daarom is het extra hard werken, om mensen daarvan op de hoogte te stellen. Het zou heel fijn zijn, als ze dat uit zichzelf zouden snappen en meer deden. Want je bent al zo hard aan het werk.
Vanaf dag één was er zoveel vreugde. Al eerder had ik ervaren dat intense vreugde en verdriet naast elkaar kunnen bestaan. Echter nog nooit op zo’n diep wezenlijk niveau. Dat ik zó blij kan worden van het zeer levendige beeld van James in het zitje voorop de fiets, krulletjes onder mijn neus, handjes in de lucht en kraaien van plezier. En dat ik tegelijkertijd moet stoppen met fietsen omdat ik niets meer kan zien door de tranen. Levendige beelden van James heb ik nog steeds vaak. Niet alleen als baby, ook als jongetje van ongeveer vier jaar en als volwassen man. Het verbaast me niets dat ik die verschillende leeftijden zo helder voor ogen heb.
Wat overal doorheen sijpelde, was dat ik een nieuwe balans moest leren zoeken. Helemaal opnieuw naar mezelf leren luisteren, grenzen stellen en daarin goed voor mijzelf te zorgen. Wat geeft me en wat kost me energie? Waar wil ik mijn kostbare tijd aan besteden? Ook wat de omgang met mensen om mij heen betreft. Dit is nog steeds iedere dag opnieuw onderzoeken en ervaren.
Dit is een greep uit het scala van ervaringen en belevingen. Ik blader door mijn dagboek en er is veel meer. De grootste verandering is het besef, dat James er altijd zal zijn. Een aanwezigheid die nooit meer weggaat. Waar ik eerst bang was dat dit het geval zou zijn als ik weer meer met de buitenwereld in contact zou komen, daar is nu rust.
Vandaag, 31 december 2016, precies een jaar na de haastige spoed naar de begraafplaats hoor ik weer de knallen om me heen. En ik moet glimlachen om mijn actie van toen. Ik zie mijzelf toen en ik zie mijzelf nu. Wat een verandering. Er zal nog meer veranderen. In 2016 is het vlammetje weer voorzichtig aangewakkerd. Om weer fel te gaan branden. Om iets kleins of iets groots. Om wat dan ook.