Het kamertje van James

Sinds november 2015 was het kleinste kamertje op de eerste verdieping van mijn volledig verbouwde huis ingericht voor de komst van James begin december 2015. De familiewieg waar al zoveel kinderen in hebben gelegen stond klaar en opgemaakt met prachtige handgemaakte lakentjes van mijn moeder. Er stond een schommelstoel waar ik James in zou voeden en voorlezen, een geweldige commode op maat én goede hoogte gemaakt. In de commode lagen zijn kleertjes klaar, een stapel luiers, warme dekentjes en een kruik. Een paar knuffelbeesten lagen te wachten op babyhandjes en een kwijlend mondje. Een kamertje dat klaar was om gevuld te worden met babygeuren, een rustige ademhaling en gekraai.

Hoe anders is het gelopen.

Toen James’ levenloze lijfje na een week weg was uit het wiegje en kamertje, was het voor mij vanzelfsprekend om zijn kamertje intact laten. Alles bleef staan, van de aangeklede wieg en verschoonkussen tot aan de knuffels en schommelstoel. Dit kamertje werd één van de tastbare plekken, een secure base, die voor mij zo belangrijk waren gedurende de jaren die erop volgden. In den beginne zat ik heel vaak in de schommelstoel en drukte ik mijn neus in de lakentjes waar zijn lijfje had gelegen, in de hoop nog iets van zijn geur op te snuiven. Een geur met een zweem van een goedje om zijn huid beter te conserveren. Ik kan de geur nog steeds oproepen.

De geur verdween uit het kamertje. Zijn aanwezigheid niet.

Ondanks dat ik na die eerste tijd (tijd .. het blijft bizar. Ik weet namelijk niet of dit gaat over zes maanden kalendertijd, een jaar of misschien wel anderhalf jaar) niet heel vaak meer in de schommelstoel op James zijn kamertje heb gezeten, bleef die plek nog steeds zo vanzelfsprekend in mijn huis. Net zoals James zijn aanwezigheid bij mij. Iets wat erbij hoorde en waar geen sprake van was dat het ooit zou verdwijnen. Ooit bestond niet.

Toch kwam Ooit.

2019 brak aan. Ik merkte aan mezelf dat ik gaandeweg dingen van zijn kamertje ging verplaatsen. Het herinneringsboek met alle kaarten, zijn plukje haar, echo-uitslagen, ging van zijn kamertje naar de woonkamer. Ook het dekentje en de lakentjes haalde ik als vanzelf van zijn wiegje en vouwde ik op. In dat jaar verhuisde ik mijn slaapkamer naar zolder. Al enige tijd speelde ik met het idee om ooit van James zijn kamertje een grote inloopkast te maken. De Tijd was nu blijkbaar aangekomen om dat te realiseren. ‘Ooit’ diende zich aan.

De emoties waren hevig toen ik de wieg opruimde, waar mijn vriend bij was. De tranen vielen toen ik James zijn kleertjes uit de commode haalde, waar mijn moeder bij was. Toen ik eenmaal voelde dat het goed was, wilde ik ook niet langer meer wachten met opruimen. De voorzichtige aanloop die ik eerst had genomen werd nu een zelfverzekerde pas. Het was tijd.

En nu? Nu hangt in het kamertje van James kleding van mij. Een spiegel staat op de commode, met tastbare herinneringen aan James. De schommelstoel blijft zichtbaar staan, James blijft voelbaar staan. Het kamertje ademt rust. Ooit is gekomen. En het is goed.

Vorige
Vorige

Moederdag 2020

Volgende
Volgende

Ervaring lezing symposium ‘Samen Zorgen’ in het AMC