Evenwicht
Ik kijk naar het blonde kind, hooguit twee jaar. Nog onwennig in de stapjes die het zet. Iedere keer als het kind stilstaat wankelt het even voordat het evenwicht wordt teruggevonden. Het kleine lichaam vraagt daarom: iedere keer opnieuw na de ervaring van lopen en rennen moet het evenwicht teruggepakt worden.
Het kind stapt op een rand stenen om een boom op het terras. Voetje voor voetje loopt hij naar het einde van de rand, springt eraf en gaat weer terug in de herhaling. Iedere keer opnieuw. Gegrepen door het hoogteverschil? Door het kleine oppervlak waardoor hij recht moet blijven lopen? Mooi om te zien hoe het kind leert, ervaart, ontdekt en stopt als het teveel wordt.
Het beeld ontroert me in meerdere opzichten. Het brengt me terug naar een herinnering toen ik, iets ouder dan dit kind, met een veel te grote fiets aan de hand stoep op, stoep af ging. Iedere keer opnieuw. Ik voel nog steeds hoe die beweging van de fietsband tegen de stoeprand me toen fascineerde.
Het brengt me ook bij James. Welke bewegingen zou hij allemaal hebben gemaakt? Hoe zou hij leren? Wat zou zijn aandacht hebben getrokken?
Wij kunnen veel van kinderen leren. Wij zouden ook vaker moeten stilstaan na een intensieve ervaring, hoe groot of klein ook. Ons lichaam komt dan net zoals dit kind wankelend tot stilstand en we zouden hiernaar moeten luisteren. Zodat we stoppen en ons evenwicht terug kunnen vinden. Om vervolgens verder te gaan. We luisteren alleen niet. In plaats daarvan stuwen onze wandelende hoofden ons voort.
Het blonde kind is inmiddels gaan zitten op de stoeprand naast de boom. De aandacht is verschoven naar een vogeltje dichtbij. In mijn gedachten zit James ernaast.