Intense vreugde en intens verdriet: mijn verhaal
Door Jessica Brandwagt
De laatste maand van de zwangerschap had ik heel vaak een ‘vlak’ gevoel. Ik vroeg me regelmatig af waarom ik een aantal praktische dingen voor bijvoorbeeld de thuisbevalling nog niet had geregeld. Kleertjes? Ja, die had ik natuurlijk wel. Maar ook die kocht ik ‘even tussendoor’. Mijn moeder tikte een commode op de kop en mijn zus vond een geweldige complete kinderwagen. Ik was kortom zelf niet heel erg bezig met dat soort dingen. Alsof dat niet nodig was. Er was in ieder geval een kinderkamer die af was, een fijn warm bedje en ik was er.. Ik gaf mijn (ons!) nieuwe huis en de werkzaamheden ervan de schuld dat ik nauwelijks tijd had voor andere dingen. Ik wilde immers zoveel mogelijk af hebben vóór de bevalling zodat ik me volledig kon richten op mijn mannetje, toch? Twijfels en angsten had ik ook, welke aanstaande moeder niet. Maar dat was allemaal verklaarbaar. Dit vlakke gevoel niet. Dit gevoel van .. onheil? Niet weten wat er zou gebeuren? Alsof heel veel dingen die ik deed in de laatste maand geen betekenis hadden en nutteloos waren. Ik was vaak huilerig en paniekerig .. Maar iedere keer als ik mijn baby voelde bewegen merkte ik hem op en speelde er een glimlach om mijn lippen. Ook al zat ik op dat moment in de auto, ik probeerde altijd een hand op mijn buik te leggen. Iedere keer als ik zijn hartje perfect regelmatig hoorde kloppen bij de verloskundige moest ik huilen. Het geluid was bekend, ik wist wat er ging komen maar tóch iedere keer die tranen. Er leefde een kindje in mij. Mijn baby. Er is niets wonderbaarlijker dan leven in jezelf te voelen.
Ik zat in de laatste week vóór mijn uitgerekende datum op dinsdag acht december 2015. Hoewel ik het getal acht om meerdere redenen een prachtig getal vind, hoopte ik dat mijn mannetje nog een paar dagen rustig zou blijven zitten, veilig in mijn buik. Die zat me nog niets in de weg .. Sowieso had ik een probleemloze zwangerschap. Fysiek gezien dan. Ik voelde me tot op het laatste moment fysiek heel erg goed en kon nog van alles doen. Ook alle echo’s waren goed en bij iedere controle waren hartslag en groei van mijn baby perfect, net zoals mijn bloeddruk. Tot op het laatst kon ik vrijwel al mijn kleding nog aan: van achteren zag je niet dat ik van voren een enorme buik had, waar ik zo trots op was. Ik ben bij de vader van James weggegaan toen ik ongeveer vier maanden zwanger was. Niet mijn ideale plaatje. Eenzaam ook. Maar mijn kind zou niet opgroeien bij een vader waarbij verbaal geweld aan de orde van de dag was. De ervaring leerde mij dat dit niet zou veranderen. Toen ik zwanger werd kon ik pas goed voelen: dit niet meer en zeker niet voor mijn kind. Het heeft toch nog even geduurd. In de ijdele hoop dat er toch iets zou veranderen. Nee. Gaan. Nu.
Die week stond, zoals de laatste drie maanden, voornamelijk in het teken van klussen in mijn nieuwe huis. Op dinsdag 1 december had ik mijn inmiddels wekelijkse controle bij de verloskundige. Ik trof een verloskundige die ik ook de allereerste keer had gezien. Grappig. Zou dit dan de laatste keer zijn, schoot het door me heen. Tijdens de controle werden de standaard dingen gecontroleerd: mijn bloeddruk die altijd goed was, de groei van mijn buik en de hartslag van mijn ventje die altijd perfect regelmatig was. Wist ik maar dat dit de laatste keer zou zijn ..
Op woensdag 2 december was ik een dag alleen zonder andere mensen in mijn huis. In de middag liep ik even door de stad en mijn oog viel op Takkie, het hondje van Jip en Janneke in de vorm van een knuffelbeestje. Ik aarzelde geen moment en kocht het zwartkleurige beestje met zijn witte snuitje. Een leuk wiegepopje voor James. Zijn naam zei ik vaak in gedachten en ook hardop als ik alleen was. Het beestje kleurde goed bij het zwart wit van de babykamer. Hortensiablauw was de andere kleur. Die prachtige heldere, intens blauwe kleur van de bloem bleek helaas niet te vangen in stof of wol. Sommige dingen van de natuur laten zich niet grijpen, was een gedachte die vaak in me opkwam die laatste paar weken. Overigens had ik twee weken eerder de naam van mijn baby aan mijn moeder verteld. Stel je voor dat er iets met mij zou gebeuren tijdens de bevalling. Dan zou niemand zijn naam weten. Mijn moeder staarde me toen vol afschuw aan. Tsja, het was iets waar je rekening mee moest houden. Dáár wel mee ..
De dag erna, donderdag 3 december, voelde ik me helemaal niet goed en vlak voordat mijn moeder en haar partner weggingen ’s avonds werd ik overmand door plotseling verdriet. Desgevraagd zei ik dat ik niet wist wat er allemaal zou gebeuren. Een voorgevoel? Even later nestelde ik me in bed met een boek. Ik draaide me op mijn linkerzijde en plotseling voelde ik James heel hard schoppen. Alsof hij keihard met zijn vuistjes en voetjes tegen mijn buik roffelde. Mijn eerste gevoel zei me dat dit absoluut niet klopte. Ik voelde hem altijd wel een paar keer per dag maar deze beweeglijkheid was voor hem ongekend. Daarna gelijk de blije gedachte erachteraan ‘zo, jij hebt er zin in..’, die de overhand nam. Maar toch. De onrust ging niet meer weg.
Vrijdag en zaterdag. Vier en vijf december 2015. Je zou zeggen dat gevoelens als opwinding, enthousiasme en rust de overhand zouden hebben de laatste dagen voordat er een kindje komt. Maar die twee dagen voelde ik me afwisselend onrustig, vlak en mat, afwachtend en lichtelijk in paniek om .. ja .. wat eigenlijk!! Dingen voelden zo betekenisloos. Het maakte niet meer zoveel uit, zoiets. Een oom van mij kwam onverwacht langs na zijn vakantie. Hij kwam even kijken naar de vorderingen in het huis en was benieuwd of hij verrast zou worden met een nieuwe wereldburger?! Neen, die zat nog veilig in mijn buik constateerde hij na het zien van mijn mooie skippybal. Ik heb mijn gevoelens met niemand gedeeld. Ik weet niet waarom. Alsof ik geen woorden durfde te geven daaraan, want dan zou het echt zijn. En ik wist niet eens wat nou dat ‘het’ betekende. En natuurlijk was gewoon ook alles in orde!!
Zaterdagavond voelde ik een eerste lichte wee. James! Nu al?! Een Sinterklaaskind?! Nee, zo’n vaart zou het niet lopen. Zondagochtend zetten de weeën door. De bevalling. Het was zover. Iedere vezel in mijn lijf was daarop gericht. Ik bleef in bed, wilde hangen maar kon mijn draai niet vinden. De verloskundige kwam. Ik hoorde haar zeggen, laten we even luisteren hoe het met het kindje is .. En ik voelde een schrikreactie bij mezelf. Waarom? Doe maar niet! Bij de eerste keer luisteren hoorde ze geen hartslag. Ik zag haar fronsen .. ik wist het ik wist het ik wist het ..nee nee nee nee NEE NEE NEE!!!!! Tweede keer luisteren, derde keer luisteren. Veel ruis, maar geen perfect regelmatige hartslag zoals afgelopen dinsdag nog. Ze vroeg aan mij of ik misschien bodylotion had gebruikt die ochtend. Dat zou de ruis kunnen veroorzaken. Ja!! Dat had ik gebruikt!! Hoop gloorde aan de horizon en ik zag plotseling weer licht. Ze veegde mijn buik schoon en luisterde weer. Niets .. En ik hoorde haar zeggen, ik hoop dat dit de eerste keer is dat ik dit fout doe. Ik moest naar het ziekenhuis om een echo te laten maken. Ondertussen begonnen de weeën al aardig door te komen.
Bij het ziekenhuis aangekomen werd ik in een rolstoel gehesen en terwijl ik weeën aan het opvangen was zag ik in de lift een jong stel naar me kijken en glimlachen om het emotionele moment. Jullie moesten eens weten, flitste het door me heen. We werden opgewacht door een team aan artsen en verpleegkundigen. Ik zag ze maar half. Tussen de weeën door staarden ze naar het scherm, speurend naar een teken van leven van mijn James. Ik staarde puffend naar die gezichten, speurend naar een positief teken, een lach. Ik weet niet hoeveel minuten of seconden er voorbij gingen. Vanaf toen ben ik al het tijdsbesef kwijtgeraakt voor een hele lange tijd. Iemand zei dat het kindje was overleden .. Toen pas keek ik naar het scherm. En ik zag het hoofdje van mijn James, net zoals altijd. Er was niets anders aan. Ongeloof maakte zich van mij meester, woede, ik schreeuwde dat ze ongelijk hadden. Dit kon toch niet waar zijn ..!! De gezichten staarden naar mij, wel zes paar ogen. Het was afschuwelijk. Ik voelde me een poppenkast. Woedend werd ik. Alle overbodige gezichten moesten opsodemieteren. En ondertussen werden de weeën heviger. Er was geen tijd om stil te staan bij deze hel. De bevalling ging door. Ik MOEST bevallen. Van een levenloos kindje. Ik ging leven geven aan dood. Ik wist dat, maar het ging er bij mij op dat moment ook maar gedeeltelijk in. De uren erna nam mijn lichaam het van me over. Ik heb vaak gedacht dat ze ongelijk hadden. Ik zou mijn ventje zo meteen eindelijk in mijn armen kunnen sluiten. Een warm glibberig wormpje. Die gewoon zoals alle babies hard zou huilen ..
Even later hield ik hem in mijn armen. Eindelijk! Het verlangen en de verwachting maakten plaats voor ontmoeting. Wat was ik trots en blij. Mijn mooie mannetje, mijn James. Een lang mannetje van bijna zeven pond heb ik eruit geperst. Zwarte krullende haartjes, een dopkinnetje met een kuiltje, heerlijke bolle wangen, volle kuitjes. Die slap in mijn armen lag. Realiteit .. hak .. BRULLEN .. Euforie wisselde zich in een razend tempo af met extreem verdriet en ongeloof. Wat is er zo kort voor de bevalling gebeurd en wanneer? Alles was goed! Wat is er misgegaan?! Het zijn vragen die nog steeds malen .. De halve nacht zijn er foto’s gemaakt, er zijn afdrukken van zijn handjes en voetjes gemaakt. Ik heb hem bewonderd, vastgehouden, geknuffeld, geschreeuwd van woede en verdriet. Ik hoopte zo dat ik die nacht wakker zou worden van zijn gehuil, van zijn geluidjes. Kon iemand me alsjeblieft wakker maken.
Ik had de hele nacht niet geslapen van de vreugde, van de rauwe pijn, van de fysieke en emotionele ervaring van de bevalling. Van de mooie en wrede natuur .. Die ochtend zou mijn zoon opgehaald worden voor onderzoeken. Ik vond het een verschrikkelijk idee dat ze in hem zouden snijden, maar ik wilde er alles aan gedaan hebben om een mogelijke doodsoorzaak te kunnen achterhalen. Die middag haalde ik hem weer op en bracht hem thuis waar hij hoorde. In zijn wiegje. Bij mij. Zijn moeder. Om hem eigenlijk nooit meer te laten gaan. Het was op dat moment niet voor te stellen dat ik dat wel moest doen een paar dagen later.
De dagen die volgden stonden in het teken van uitersten. Vreugde, verdriet, leegte, woede, angst, dingen regelen voor de begrafenis, beslissingen nemen, zoveel mogelijk tijd doorbrengen met James, momenten van realiteit. Het was een achtbaan aan emoties en gebeurtenissen die ik allemaal probeerde te voelen en te doorleven. Ik denk dat ik dankzij dit redelijk helder kon denken. Ik besefte erg goed dat dit mijn enige (fysieke) tijd was met mijn zoon. De buitenwereld bestond voor mij niet.
Op dinsdag 8 december - mijn uitgerekende datum - ging ik de plek van James’ aankomende grafje bezoeken. Toen ik die plek zag sloeg de realiteit weer in alle hevigheid toe. Enerzijds prachtig in het bos, anderzijds een nummer op een stukje grond waar zo meteen mijn zoon zou komen te liggen. Ik weet niet welke oergeluiden ik allemaal heb laten horen maar het kwam uit mijn tenen. Ik kon niet meer overeind blijven staan. Het was zo ondenkbaar, niet voor te stellen en gewoon niet aan de orde dat ik mijn zoon daar achter zou laten!! Dat ik hem in de koude, natte grond zou stoppen om hem nooit meer te zien. Terwijl hij nu nog veilig bij mij in de wieg lag. Op dat moment voelde ik James heel dichtbij en het leek of hij zei, dat hij daar op die plek fijn met de andere kindjes zou spelen. Ik werd er rustiger van. En ik wilde heel snel weer terug naar huis, waar James was.
Een dag later moest ik de geboorte van mijn zoon aangeven en tegelijkertijd de overlijdensakte tekenen. Weer een moment van realiteit. Van de gemeente kreeg ik een 'verlof van begraven' mee. Om iedere keer de naam van James ergens te zien staan in combinatie met zijn overlijden was zó bizar en zó niet kloppend. Ik ben door die combinatie een paar keer goed door het lint gegaan. Mag niet, kan echt niet. Gestoorde, bizarre, belachelijke natuur .. Die dag ben ik zoveel mogelijk bij hem geweest. Hij heeft naast me gelegen in mijn bed. Ik heb alles van hem in me opgezogen, met hem geknuffeld, tegen hem gepraat, selfies gemaakt met mijn zoon. Ik heb met hem op mijn arm door het hele huis gelopen, met mijn telefoon video's ervan gemaakt. Ik wilde dat wij samen in iedere ruimte waren geweest.
Die dag heb ik ook voor het eerst mijn moedermelk gekolfd. In het ziekenhuis zeiden ze, dat ik tabletjes kon nemen om de productie van moedermelk te stoppen. Of strakke bh’s kon gaan dragen. Het zou na twee dagen afgelopen zijn. Uiteraard zou ik James borstvoeding geven. En het voelde voor mij helemaal niet goed om dit aspect van het moederschap plotseling af te kappen. Ik bedacht me, dat zoveel dingen gedoneerd worden. Waarom niet mijn moedermelk?? Bovendien voorzag ik dat het noodzakelijke ritme van het kolven mij zou kunnen helpen om enigszins orde in deze bizarre chaos te scheppen. En mijn borstvoeding was voor mij het enige tastbare dat ik nog had aan het moederschap. Ik had immers geen buik meer, geen levende fysieke baby die ik aan iemand kon laten zien. Maar ik had nog wel moedermelk. Ik kon mijn kolf tevoorschijn halen en ergens vragen om een kolfruimte. Daarnaast kon ik een andere baby goed laten groeien van het witte goud. Ik begon met kolven drie dagen na de geboorte van James en had geen verwachting of het zou lukken. Vreugde toen de melk vrijwel gelijk begon te stromen. Intense pijn en verdriet omdat ik niet het warme mondje van mijn baby voelde, maar koud plastic.
En toen was het donderdag 10 december. De dag van de begrafenis. Ik kon niets meer doen, niets meer rekken. Er zou geen nacht meer volgen dat James de volgende dag nog bij me zou zijn. De hele ochtend ben ik alleen met hem geweest, alles van hem voor de zoveelste keer in me opgezogen. Het was niet genoeg. Ik wilde dat alles ophield te bestaan. Alleen nog hij en ik voor de rest van mijn leven, in ons veilige bolwerk. Waar niemand tussen kon komen. Ik heb hem die ochtend op mijn slaapkamer uiteindelijk in zijn zelfgemaakte en beschilderde kistje gelegd en hem voor het laatst toegedekt.
Even later heb ik James naar zijn plek op de begraafplaats midden in het bos gedragen. Kaarsen om zijn kistje. Een liedje en een paar woorden. Muziek wilde ik niet. De vogels zouden wel fluiten en de bomen ruisen. Simpel en mooi. Het moment dat ik het dekseltje erop moest doen kwam. Ik kon het niet. Ik zou daarna zijn mooie bolle koppie niet meer zien. Op enig moment deed ik het toch. Ik vind het heel bizar hoe zoiets werkt in ons brein. Waarom deze regels volgen? Waarom niet gewoon keihard wegrennen met James in mijn armen? Naar huis? Waar hij hoort? Zoek het uit met dat gat in de grond?! Gevoel en verstand waren niet te rijmen.
We hebben met z’n allen het gat dichtgemaakt. Ook dat wilde ik zelf doen. Ik wilde mijn mannetje volledig begeleiden, in alle opzichten tot op het laatste moment. Maar nog liever wilde ik dat het gat een stuk groter was en dat ik daar zou liggen. En niet mijn zoon. Neem mij. Ik weet niet of dat gevoel ooit weggaat ..
Het intense verdriet en ongeloof, de pijn en woede die ik heb ervaren en nog steeds ervaar kan ik niet beschrijven. Dit is niet zoals het hoort te zijn. Tegelijkertijd ben ik moeder geworden voor de rest van mijn leven, iets wat niemand mij meer afpakt. De vreugde en rijkdom die dit met zich meebrengt is ook met geen pen te beschrijven. De gebeurtenissen maken, dat alles in de vertraging gaat en dat ik mijn passen heel bewust probeer te zetten. Ik heb weer ervaren dat de twee uitersten – extreem geluk en extreem verdriet – dicht naast elkaar kunnen bestaan. Ze wisselen elkaar constant af bij me. Het is letterlijk leven met ‘Leven en Dood’. Ik ben een verpleegster in het ziekenhuis zo dankbaar dat ze me in eerste instantie feliciteerde omdat ik moeder was geworden van een prachtige zoon. En dat ze me daarna pas condoleerde. Dat is namelijk precies hoe ik het heb ervaren en nog steeds ervaar: ik heb een prachtige zoon. Dat gevoel van vreugde komt als eerste.
Ik ben op 9 april 2016 gestopt met kolven, precies vier maanden nadat ik ben begonnen. Door deze ervaring heb ik mooie ontmoetingen gehad met moeders. Met sommigen heb ik nog steeds contact. Ik kan inmiddels voorzichtig terugkijken op die eerste maanden en het kolven heeft mij hier echt doorheen gesleept. Ik was hierdoor op zo’n intense en ook concrete manier bezig met mijn moederschap. Daarnaast gaf de confrontatie van het kolven mij ook handvaten om nog dieper mijn rouwproces van dat moment te kunnen ervaren. Ik heb het samen met James gedaan. Mede het kolven heeft mij ongelooflijk geholpen om een bodem te kunnen leggen, zodat ik weer enigszins kon gaan staan en verder kon gaan met het verweven (zeg alsjeblieft GEEN verwerken!!) van deze gebeurtenis in mijn leven, met rouwen. Een proces dat van kleur verandert, maar dat nooit over zal zijn. Er is hier geen sprake van een einde. Ik ben zo ongelooflijk blij en dankbaar, dat ik in de week van James zijn geboorte zo helder was. Dat ik de tegenwoordigheid van geest heb gehad om mijn eigen intuïtie te volgen en niet naar anderen heb geluisterd.
James is altijd bij me. Er loopt een voor anderen onzichtbaar kindje aan mijn hand voor de rest van mijn leven. Voor mij is hij zo levendig. Het klinkt paradoxaal, maar ik voel me rijk ondanks de dramatische uitkomst van de zwangerschap. Deze levensgebeurtenis brengt me ook veel. Ik probeer te leven met de vele tegenstellingen die ik naast elkaar voel: de intense vreugde en het intense verdriet. De prachtige natuur die mij James heeft gegeven en diezelfde wrede natuur die mij zomaar heeft bestolen. En ja, ook met de gedachte dat dit echt is zoals het Is.
Tijd
Ik wist niet
of je zou komen
en wanneer.
Alleen de Tijd
wist het.
Je bent er nu.
Alleen tijd met jou
kreeg ik niet.
Maar je bent er.
AlTijd..
James
♥
(jessica brandwagt)
♥♥♥